Fonologie en het Afrikaans - van regels via para meters naar constraints
De periode van de afgelopen halve eeuw was voor theoretisch georiënteerde linguïsten zeer significant: hij viel samen met de periode van invoering, in de jaren '50 en '60 van de "generatieve", "Chomskiaanse" taalkunde, en de ontwikkeling ervan in de decennia erna. Zoals bekend onderscheidt dit theoretische kader zich door een nadruk op het formuleren van universalia, dat wil zeggen, het is in essentie de studie van Universal Grammar en, bij hypothese en in het verlengde daarvan, de studie van U.G. in zijn rol van taalleervermogen. Tegen deze achtergrond geeft deze bijdrage een schets van de ontwikkelingen in deze halve eeuw in de generatieve fonologie. Drie opeenvolgende stadia worden geschetst: dat van de regel-gebaseerde theorie in de jaren '60 en '70, dat van de theorie van Principes & Parameters in de jaren '80, en tenslotte dat van de Optimality Theorie sinds de jaren '90. Terwijl ze allemaal "generatief" zijn, wordt van elk van deze benaderingen aangegeven waarom en hoe ze elkaar hebben opgevolgd. Deze uiteenzetting gebruikt als illustratiemateriaal een aantal fonologische processen die het Afrikaans deelt met het Nederlands, zij het soms in een andere vorm, die allemaal te maken hebben met het fonologische kenmerk [stem(hebbendheid)]: Auslautverskerping, Stemassimilatie en "progressive devoicing". Hiermee wordt, binnen het raam van de historische schets, duidelijk gemaakt dat het Afrikaans een taal is met aanzienlijk theoretisch belang.
Main Author: | |
---|---|
Format: | Digital revista |
Language: | Afrikaans |
Published: |
Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns
2011
|
Online Access: | http://www.scielo.org.za/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0041-47512011000400017 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|